Voorgift bepaling

 

Bij beker-wedstrijden worden de partijen op persoonlijke basis met voorgiften verspeeld.
Deze voorgiften worden jaarlijks vastgesteld en staan nu op : 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 6 - 7 punten voorgift.

Een speler in de TLE heeft een bepaalde categorie, die afhankelijk is van zijn sterkte.
Die sterkte wordt bepaald door de prestaties die een speler gedurende het seizoen behaalt.
Hoe meer partijen een speler wint hoe hoger zijn categorie.
Ook de klasse waarin een speler speelt bepaalt zijn categorie.
Jaarlijks worden de categorieën 2 maal aangepast, bij het begin van elk nieuw seizoen.
Restrictie voor aanpassing is nog dat de speler tenminste 20 % van de mogelijk te spelen partijen ook daadwerkelijk heeft gespeeld.
Het volgende staatje is daarbij van belang, verticaal de klasse, horizontaal het percentage gewonnen partijen.

 

Resultaat %  Klasse              
  1   2   3   4   5   6   7   8   9
80 t/m 100   *   A   A   B   C   D   E   E   F
65 tot 80   A   A   B   C   D   D   E   F   F
50 tot 65   A   B   B   C   D   E   F   F   G
35 tot 50   B   B   C   D   E   E   F   G   G
20 tot 35   B   C   C   D   E   F   G   G   H
0 tot 20   C   C   D   E   F   F   G   H   H

 

Een speler die in klasse 7 bij de bepaling van categorieën 33,33 % scoorde krijgt categorie "G".
Een speler uit klasse 1 die 60 % scoort krijgt categorie "A".

Als deze 2 personen in de beker tegen elkaar komen te spelen is hun categorie-verschil 6 (B-C-D-E-F-G).
Bij de start van elke game die de zwakkere speler tegen de sterkere speler speelt is de beginstand dus 6 - 0, zijnde het 6e element in de reeks van voorgiften
.